Oeganda en ontwikkelingsdoel 5

Artikelindex


Ontwikkelingsdoel 5 handelt over gelijke rechten voor man en vrouw en over gelijke kansen voor jongens en meisjes in basis- en voortgezet onderwijs.

Ten tijde van het begin van het Kibale Tree Planting Project in 1986 -de basis van KSSP- hadden vrouwen weinig rechten. Ze konden geen land bezitten en bij een scheiding werden de kinderen aan de man of diens familie toegewezen. De vrouwen bleef vaak niets anders over dan naar hun ouders of directe familie terug te gaan.
Meisjes kregen minder kansen om naar school te gaan. De Oegandese regering heeft sindsdien veel gedaan om de positie van vrouwen en meisjes te verbeteren.

postzegelMeer rechten voor vrouwen
Dit komt tot uiting in de nieuwe grondwet uit 1995. Daarin staat dat vrouwen dezelfde rechten hebben als mannen. Ook moet er een aanzienlijk aantal vrouwen zitting hebben in de regering. In 1998 wordt de grondwet verder aangepast en wordt expliciet vermeld dat vrouwen er recht op hebben land te bezitten. Alhoewel het in de praktijk niet makkelijk is om een cultureel patroon te doorbreken, biedt de grondwet toch de mogelijkheid voor vrouwen om hun recht te halen. Nederland ondersteunt de ontwikkeling van de juridische sector in Oeganda.

Vrouwen als partners in ontwikkeling
Ook aan onderwijs wordt belang gehecht, in de informele en de formele sector. Vrouwen en meisjes hebben van oudsher minder kans op onderwijs gehad. Dat wil de regering veranderen. Ze moedigt de vrouwen aan zich in 'zelfhulpgroepen' en coöperaties te organiseren en doet een beroep op de ouders om ook hun dochters kans op onderwijs te geven. Daarbij wordt de volgende slogan gehanteerd:

If you educate the women,
You educate the nation.

(Als je de vrouwen wijzer maakt, maak je het land wijzer)



Vrouwengroepen

Georganiseerd in een groep kunnen de vrouwen hun ervaringen en kennis met elkaar delen. Ze leren elkaar lezen en rekenen, bespreken huishoudelijke zaken en de verzorging van de kinderen. Soms kopen ze samen een stuk land, waarvan de inkomsten de groep ten goede komen. 'Samen sta je sterk, dat zijn geen lege woorden in Oeganda. De Kibale- en Rubingo-vrouwengroepen zijn daarvan een goed voorbeeld.

vrouwengroepen

Abeteraine Women's Group Rubingo, West-Oeganda
geitDeze groep bestaat sinds 2000 en heeft 25 leden. In 2004 krijgt ze van een Nederlandse organisatie geld om een geitenproject op te zetten. Ze kopen een stamboek-geitenbok en zes lokale vrouwtjesgeiten. Daarmee gaan ze fokken. De bedoeling is dat elk lid van de groep uiteindelijk haar eigen geit heeft, voor de fok en de slacht. Met het sponsorgeld financieren de vrouwen ook training, lesmateriaal en het transport van de dieren. Op een van de erven van de vrouwen wordt een stal voor de bok gebouwd. Maar er is ook uitloop voor de geit. Dat is een van de voorwaarden die de sponsor heeft gesteld: vrije uitloop voor de dieren Elk lid van de groep afstammelingen van de bok. Die is inmiddels geruild voor een andere bok, om inteelt te voorkomen.

De vrouwen maken ook goede kwaliteit 'ambachtelijke voorwerpen': mandjes, matten en schalen die voornamelijk voor de toeristen worden gemaakt.

Kibale Women's Handicraft Club
Deze groep wordt in 1989 opgericht. De wekelijkse bijeenkomsten worden gehouden in het educatiecentrum van het Kibale Tree Planting Project, het Kibale Open House. De vrouwen geven elkaar les in lezen en schrijven. Ze kopen samen een stuk land en organiseren jaarlijkse bijeenkomsten. Een van de leden heeft een naaicursus gedaan. Ze geeft nu andere vrouwen les. Op de foto hieronder één van de cursisten, Mary. De groep heet tegenwoordig de Kibale Women's Group.

kibalewomen
Links: Kibale Women's Handicraft Club               Rechts: microkrediet voor vrouwen

Vrouwen en armoede

In Afrika wordt de landbouw voornamelijk door vrouwen bedreven. In Oeganda wordt meer dan 80% van alle landbouwactiviteiten door vrouwen uitgevoerd. Zij zijn de producenten van het merendeel van al het voedsel. Toch krijgen ze vaak geen waardering voor deze essentiële bijdrage. Maar het dringt langzaam door: vrouwen zijn een geweldige bron van energie. Geef ze de middelen om zich te ontwikkelen en ze grijpen de kans met beide handen aan.

Een goed voorbeeld zijn de microkredieten die het mogelijk maken dat arme vrouwen leningen aangaan. Op het moment dat vrouwen economisch minder afhankelijk worden van mannen, verbetert dat hun sociale positie. De Oegandese regering onderkent het belang van vrouwen als partners in ontwikkeling. In 1995 beginnen ze met het Entandikwa Schema. Entendikwa betekent zoiets als startkapitaal. Het is en kredietfonds voor arme mensen. 30% van de fondsen is bestemd voor vrouwen en jongeren. Het fonds leed wel aan startproblemen. Maar de uitgangspunten stonden model voor de meer recentere programma's voor microkredieten.

Er zijn ook internationale organisaties die de vrouwelijke landbouwers ondersteunen, zoals het African Woman Food Farmer Initiative (AWFFI). Dit is een initiatief van het wereldwijde Honger Project (Hungerproject). Hoe dergelijke armoede bestrijdingsprojecten de status van de vrouwen verbeteren, is te zien in dit YouTube-filmpje.

africaprizeIn 1999 krijgt een Ghanese plattelandsvrouw, Nagbila Aisseta de Afrika-Prijs uitgereikt. Ze neemt de prijs in ontvangst namens alle plattelandsvrouwen in Afrika. De prijs staat symbool voor de erkenning van vrouwen als de voornaamste voedselproducenten en daarmee voor hun rol als partners in ontwikkeling.

Van links naar rechts Fadiop Guèye Sall, Hunger Project Council member, Senegal; Chief Bisi Ogunleye; Nagbila Aisseta; and Dr. Speciosa Kazibwe (toenmalig vice-president van Oeganda)



Onderwijs aan meisjes - Afschaffing schoolgeld

In arme gezinnen -waar er alleen schoolgeld is voor een kind of maar enkele kinderen- worden de meisjes als eerste thuisgehouden. De Oegandese overheid heeft daar verandering in gebracht: ze schafte het schoolgeld af voor de basisschool. Inderdaad worden er nu minder meisjes thuisgehouden.

onderwijsmeisjes'Meisjesvriendelijk' onderwijs
Maar toch blijven de meisjes een kwetsbare groep, want ook op de scholen zelf moet wat veranderen. Het concept girlfriendly school environment wordt gelanceerd. Meisjes moeten zich op school veilig kunnen voelen. Zo moeten er aparte WC's voor meisjes komen, er moet maandverband beschikbaar worden gesteld en de meisjes moeten een aanspreekpunt hebben: iemand op school die ze kunnen vertrouwen als ze problemen hebben (bijvoorbeeld als ze lastig worden gevallen door een handtastelijke leerkracht of medescholier).
Veiligheid op weg naar school en naar huis moet ook worden gewaarborgd.

Gelijkheid van seksen in het schoolcurriculum
Even belangrijk is een curriculum dat rolpatronen tussen mannen en vrouwen/jongens en meisjes ter sprake brengt. En leerkrachten die rolpatronen durven af te breken in plaats van ze -bewust of onbewust- te bevestigen. In 1997 wordt in Oeganda het Teacher Development Managament Scheme (TDMS) geïntroduceerd. Onderdeel van het TDMS is onderwijs op het gebied van hiv/aids in combinatie met rolpatronen tussen mannen en vrouwen(bijvoorbeeld: per traditie is het moeilijk voor een vrouw om seks met haar echtgenoot te weigeren. Wat moet ze doen als ze weet dat haar man er vriendinnetjes op nahoud en met hiv besmet kan zijn?).

voetbalTDMS-coördinatoren bespreken met de leerkrachten hoe de traditionele verhoudingen tussen mannen en vrouwen door kunnen werken in hun lesgeven. En hoe die verhouding in de weg kan staan van de gewenst gelijkwaardigheid tussen man en vrouw/jongen en meisje. Is de leerkracht bijvoorbeeld wel gemotiveerd om aan meisjes les te geven, gelooft hij/zij in hun potentieel? Moeten de meisjes altijd de lokalen schoonvegen, helpen bij het koken van de schoollunch en het oppassen van de kinderen in de eerste klas? Of worden er ook jongens ingezet voor deze taken? Mogen de jongens voetballen terwijl de meisjes handvaardig-heid doen? Mogen alleen de jongens klassenleider zijn? Waarom moeten meisjes van school af als ze zwanger worden en mogen de vaders (jongens) blijven?

 

Over ons

kssp2logoHet Kibale Student Support Programme (KSSP) is een kleinschalig onderwijs-project ten behoeve van kansarme kinderen (wezen en halfwezen uit arme families) in Oeganda.