Oeganda en ontwikkelingsdoel 4
Artikelindex
Een korte geschiedenis vooraf
In 1962 wordt Oeganda onafhankelijk van Engeland. Deze onafhankelijkheid brengt niet wat de mensen er van verwachten. Er ontstaat onrust die uitgroeit tot een burgeroorlog. Na 5 jaar rebellie tegen het corrupte bewind, neemt rebellenleider Yoweri Museveni in 1986 de macht over. Vanaf die tijd gaat het beter met Oeganda en kunnen de mensen met de heropbouw van hun land beginnen. Een hele klus, want tijdens de oorlog zijn wegen verwaarloosd, winkels leeggeplunderd en huizen en gebouwen vernield.
Het onderwijs
Ook het onderwijs heeft erg onder de oorlog te lijden gehad. Het onderhoud van de schoolgebouwen is verwaarloosd en er is gebrek aan alles: lesboeken, pennen, schriften, opbergkasten, stoelen en banken. De leerkrachten krijgen niet of nauwelijks salaris uitbetaald. Om te overleven werken ze ook op het land om gewassen te verbouwen. De kinderen krijgen die dagen dan geen les. Het ergste van de burgeroorlog is de algemene onveiligheid. De mensen durven hun huis niet uit, en voor de kinderen is het gevaarlijk om de afstand naar hun school te lopen.
Rond 1990 is in ieder geval de veiligheidssituatie verbeterd en kunnen de kinderen weer naar school. Maar er zijn nog wel grote problemen. Oeganda heeft een snelgroeiende bevolking: rond 50% van de totale bevolking zit in de leeftijdsgroep van 0 tot 15 jaar. Dat betekent dat er heel veel kinderen naar school gaan, de schoolgebouwen uitpuilen en er een chronisch gebrek is aan leermiddelen. Ook zijn er veel te weinig goed opgeleide leerkrachten. Een ander groot probleem is de armoede. De meeste ouders hebben geen geld om de kosten van het onderwijs van hun kinderen te betalen. Vooral de meisjes worden thuisgehouden. Er bestaan geen officiƫle cijfers, maar er wordt geschat dat ongeveer 40 procent van de kinderen de lagere school niet afmaakt.
Om het tekort aan leermiddelen op te lossen worden de muren van de scholen voor afbeeldingen gebruikt. In de afbeelding hieronder zie je hoe de leerlingen zichzelf kunnen beschermen tegen malaria.
De Oegandese regering hecht veel waarde aan onderwijs en begint met een hervormingsprogramma, het zogenaamde Primary Education Reform Programme (PERP). In dit programma staat aandacht voor het basisonderwijs centraal. De kerndoelen van het programma zijn:
- Toegankelijk maken van het onderwijs voor zowel jongens als meisjes
- Verbetering van de kwaliteit van onderwijs door de training van leerkrachten
- Capaciteitsverbetering met betrekking tot schoolmanagement.
Dit programma treedt in 1993 in werking. Geleidelijk aan verbetert de situatie. In 1995 gaat 87,3 procent van de jongens en meisjes naar de lagere school. Maar er vallen nog steeds veel kinderen halverwege uit. Een van de grootste struikelblokken blijft het schoolgeld. Alhoewel de economie met rasse schreden vooruitgaat, komt het toch nog vaak voor dat de ouders de opleiding van hun kinderen niet kunnen betalen.